meedoen
Project
Bewegen op school is superleuk
Regelmatig bewegen is niet alleen gezond, het verbetert mogelijk ook de leerprestaties. Wat is er te zeggen over deze aanname? En kunnen we beweegprogramma’s bedenken die het leren ondersteunen en bovendien goed passen in de dagelijkse schoolpraktijk?
Er wordt al langer over gespeculeerd dat meer bewegen met de klas ook de leerprestaties kan verbeteren. Maar wetenschappelijke bewijzen ontbraken. Onderzoeker Amika Singh: ‘In ons onderzoek vergeleken we – bijvoorbeeld – kinderen die ’s ochtends twee keer 20 minuten bewogen, met kinderen die één keer bewogen of zelfs de hele ochtend stil zaten. Na twee keer een sessie met intensieve beweegactiviteiten konden kinderen zich beter concentreren.’ De meeste onderzoeken naar de effecten van bewegen op leerprestaties vinden net als deze studie kleine, maar positieve effecten. Geen van de studies rapporteert negatieve effecten van bewegen op het leren.
Spelenderwijs rekentafels automatiseren
Bewegen pakt dus zeker niet verkeerd uit. De volgende vraag was of de resultaten beter naar de schoolpraktijk te vertalen zijn. Hoe kunnen scholen bewegen het beste inpassen in de dagelijkse lessen, zonder dat het veel extra lestijd kost? Samen met Calo Windesheim in Zwolle zocht Singh uit hoe goed een lesprogramma werkt dat beweegactiviteiten in het rekenonderwijs integreert volgens het concept ‘bewegend leren’. Het onderzoek leidde tot het programma Jong*leren. Daarin leert groep 6 of 7 in vijf weken via instructievideo’s op het digibord jongleren met drie ballen, terwijl ze tegelijkertijd de rekentafels automatiseren. Singh: ‘De filmpjes zijn grappig en ook makkelijk te gebruiken. Docenten zijn er blij mee en – nog belangrijker – de kinderen vinden het superleuk om te doen.’
Betere sfeer in de klas
Singh onderzocht of de mate van automatisering van rekentafels verbeterde in vergelijking met een groep die alleen een aangepast rekenprogramma volgde. Na vijf weken was er geen verschil tussen de twee groepen. Op zich is dat jammer, maar minstens zo belangrijk is volgens Singh dat kinderen die aan Jong*leren meededen zeggen veel meer plezier in het rekenonderwijs te hebben. Ook docenten waren erg enthousiast over de bijkomende effecten, aldus Singh. ‘Samen bewegen doet heel veel met de groep. Leerkrachten geven bijvoorbeeld aan dat ze minder energie hoeven te stoppen in het orde houden. Dit – en het enthousiasme van leerlingen en docenten over bewegen op school – is een waardevolle uitkomst.’
Een interview met
Anja de Boer, leerkracht OBS Bornwaterschool, Bloemendaal
‘De kinderen zijn nog altijd enthousiast over de beweegbreaks’
Een interview met
Chris Hazelebach, ontwikkelaar bij Calo Windesheim, Zwolle
‘Maak ook bewegingsonderwijs betekenisvol voor kinderen’
Project
Smart moves!
Verder lezen
artikel: ‘Gaan kinderen beter leren door bewegen? De nieuwste inzichten’
artikel: ‘Effecten van sport en bewegen op leerprestaties kinderen’
artikel: 'Ongekend experiment op vmbo in Rijswijk: bewegen voor én tijdens de les’
artikel: ‘Praktijkvoorbeelden sport en bewegen op school’ (met filmpjes)
blog: ‘Interview over Jong*Leren’
artikel: Kenniscafé over Bewegen en Leren
factsheet: ‘SMART MOVES! De eerste resultaten’
Verder kijken
website: ‘Jonglerend leren rekenen’ (met instructiefilmpjes voor het jongleren)
‘Jonglerend leren tijdens rekenlessen’ (trailer)
‘Bewegend leren op de Lea Dasbergschool’
Een interview met Chris Hazelebach, ontwikkelaar bij Calo Zwolle
‘Maak ook bewegingsonderwijs betekenisvol voor kinderen’
‘Met Jong*leren leer je met drie ballen gooien terwijl je rekentafels automatiseert. Ik ben opgeleid als gymleraar en heb ook bij leerplanontwikkelaar SLO gewerkt. Ik heb altijd veel gehad met vakintegratie. En met betekenisvol leren. Je kunt met bewegingsonderwijs allerlei mooie oefeningen doen, maar alleen op en neer springen heeft niet veel betekenis. Mijn stelling is: als je met de klas gaat bewegen, kies dan voor zinvol bewegen. Dan boek je dubbele leerwinst in dezelfde onderwijstijd. Zo is Jong*leren ontstaan. En het werkt: kinderen vinden zowel het leren als het bewegen nu veel leuker. Ook gooien met ballen wordt immers spannender als je tegelijkertijd een som moet maken.
Voor de leerkracht is het heel simpel: zet een filmpje aan en de kinderen gaan vanzelf aan de slag. Ik ben een praktijkman en voelde me in dit onderzoek echt gezien door de wetenschappers. Die hebben serieus geprobeerd iets aan te bieden wat leerkrachten en kinderen leuk vinden. Voor mij is het niet eens zo relevant dat het lastig aantoonbaar is dat kinderen beter gaan rekenen. Het traditionele rekenonderwijs is vaak zo saai… Na een half uur zitten komt er hoe dan ook niets meer binnen. Dan kun je toch sowieso beter gaan jongleren met de klas?’
Een interview met Anja de Boer, leerkracht OBS Bornwaterschool, Bloemendaal
‘De kinderen zijn nog altijd enthousiast over de beweegbreaks’
‘We zagen het meteen zitten om proefschool in het onderzoek te worden. Met mijn toenmalige groep 7 deed ik elke dag een beweegbreak, waarbij de leerlingen Just Dance-filmpjes op het digibord nadansten. Het idee was dat we de effecten ook in de Cito-scores zouden terugzien. Dat is niet helemaal gelukt, maar voor mij zitten de pluspunten vooral op andere vlakken dan schoolprestaties. De kinderen keken elke dag enorm uit naar de beweegbreaks. De drukkere leerlingen konden mooi even hun energie kwijt, waarna de klas weer veel geconcentreerder aan de slag ging.
Door het samen dansen raakte de groep bovendien sociaal beter met elkaar verbonden. We doen in onze groepen regelmatig een emotiekring, waarin kinderen vertellen wat ze bezighoudt. Ik merkte dat kinderen vrolijker en meer ontspannen werden. Dat vind ik eigenlijk veel belangrijker dan dat ze met rekenen van een 6 naar een 8 zouden gaan. Het onderzoek is al lang voorbij, maar ik dans nog steeds twee keer per week met wat inmiddels mijn groep 8 is geworden. En de kinderen zijn nog altijd enthousiast. Op YouTube kun je eindeloos veel dansfilmpjes vinden, dus keuze genoeg. Ik heb er zelf trouwens net zo goed plezier in. Dansen in de klas is ook voor jezelf even ademhalen tussendoor.’