slotbeschouwing
Slotbeschouwing: terugblikken én vooruitkijken
Lessen voor het sportonderzoek
Zorgen dat sportonderzoek verder volwassen wordt en zo een steviger positie verwerft. Zo omschrijft Joëlle Staps (VWS) elders in dit magazine de grote uitdaging voor de komende jaren. Het inmiddels gestarte vervolgprogramma biedt daarvoor veel kansen. Welke lessen kan het sportonderzoek daarbij meenemen?
Van betere leerprestaties bij kinderen tot het vertragen van alzheimer. Van productieve werknemers tot samen voetballen tegen radicalisering. Van inclusie van gehandicapten tot economisch exportproduct. Sport kan bijdragen aan het beter omgaan met sociale en maatschappelijke kwesties en gezondheidsvraagstukken, en kan zowel persoonlijke als economische groei stimuleren. Zo opent de tekst van de Nationale Kennisagenda Sport en Bewegen. De ondertitel – ‘Van traplopen tot podium’ – laat zien hoe breed de ambities zijn. De kennisagenda roept op tot een duurzaam partnerschap tussen universiteiten, hogescholen, sport, (lokale) overheid en bedrijfsleven, zodat de sportpraktijk direct kan profiteren van nieuwe wetenschappelijke gegevens en inzichten. Dat vraagt om een proactief netwerk en innovatieve methoden om de sportpraktijk bij het onderzoek en de resultaten te betrekken.
Sterk verbonden thema’s
De ambities uit de kennisagenda komen ook terug in de NWA-route Sport & Bewegen, een van de ‘routes’ van de Nationale Wetenschapsagenda (NWA). Deze agenda is samengesteld uit zo’n 12.000 vragen van de Nederlandse bevolking aan de wetenschap. Al die vragen zijn samengevat in 140 clustervragen en vervolgens uitgewerkt in 25 onderzoekbare thema’s, routes genoemd. De route Sport & Bewegen formuleert een ‘game changer’: ‘Bewegen op maat, voor iedereen, in elke leeftijdsfase: het kan!’ Om daar te komen zijn drie centrale thema’s gekozen: Leren (en) bewegen, Gezond bewegen en (Top)prestaties. Deze thema’s zijn sterk met elkaar verbonden. De kennis die bij topsport wordt opgedaan is ook waardevol voor de praktijk van gezond bewegen en leren (en) bewegen, en andersom.
Leren van de lessen
Het is precies deze brede én geïntegreerde aanpak waaraan het Onderzoeksprogramma Sport de afgelopen jaren heeft gewerkt. In het nieuwe Onderzoeksprogramma Sport en Bewegen 2017-2020 kunnen de samenwerkende partijen hierop voortbouwen. Belangrijk is dan wel om daarbij de geleerde lessen uit het afgelopen programma ter harte te nemen. Deze lessen zijn uitdagend samengevat in de eindevaluatie van het Onderzoeksprogramma Sport (zie ook het kader). Een van deze lessen: we moeten naar een sterkere focus, meer massa (in termen van omvang en maatschappelijke impact) en een grotere samenhang. Een steviger inbreng van gebruikers van kennis en innovatie rond sport en bewegen is een andere les.
Betere toepassing in de praktijk
Een volgende: zet nog steviger in op het stimuleren van de toepassing van de ontwikkelde kennis in de praktijk. Een uitdaging is bovendien de cruciale rol van big data en data science als verbindende schakel. Het nieuwe programma is erop gericht de kansen te benutten om deze lessen ter harte te nemen. Na een eerste subsidieronde starten najaar 2018 vier projecten die goed aansluiten op de kennisagenda en de NWA-route. Bijvoorbeeld met veel samenwerking (multidisciplinair, tussen wo en hbo en met de praktijk) en de inzet van data science. Eerder is met de oprichting van Sport Data Valley al een grote stap gezet. Hiermee komt meer inzicht in bestaande onderzoeken en data en er ontstaan kansen voor het beter benutten, hergebruiken en verbinden van deze data.
Meer dan een wensdroom
Het Onderzoeksprogramma Sport en Bewegen 2017-2020 staat voor de spannende opdracht om multidisciplinair onderzoek op het terrein van (top)sport en bewegen te versterken en het gebruik van de opbrengsten te stimuleren. Voor de volgende programmaperiode is het de uitdaging de kennisvragen van de praktijk nog beter op te halen en kennisleemten te vullen. Verder verkent het programma mogelijkheden om kennisgebruikers beter bij het programma te betrekken, bijvoorbeeld bij de prioritering en beoordeling van onderzoek. Ook bij de uitvoering van onderzoek krijgen zij een grotere rol, bijvoorbeeld in klankbord- en gebruikersgroepen. Goed onderzoek naar sport en bewegen kan zo de positieve opbrengsten van sport voor de maatschappij vergroten. Zodat de game changer van de NWA-route meer is dan een breed gedeelde wensdroom.
Eindevaluatie Onderzoeksprogramma Sport
Het Onderzoeksprogramma Sport heeft het multidisciplinaire onderzoek rond sport en bewegen versterkt. Door betere samenwerking tussen sport- en zorgpraktijk zijn bovendien veel waardevolle innovaties gerealiseerd. Dat schrijft Bureau Bartels in de eindevaluatie van het programma.
Eindevaluatie Onderzoeksprogramma Sport
Het Onderzoeksprogramma Sport heeft het multidisciplinaire onderzoek rond sport en bewegen versterkt. Door betere samenwerking tussen sport- en zorgpraktijk zijn bovendien veel waardevolle innovaties gerealiseerd. Dat schrijft Bureau Bartels in de eindevaluatie van het programma.
Het Onderzoeksprogramma Sport heeft een uniek fundament gerealiseerd voor multidisciplinair wetenschappelijk sportonderzoek. Dat staat in het rapport ‘Eindevaluatie Onderzoeksprogramma Sport 2012-2017’ gepubliceerd op 27 juni 2017. De voor de eindevaluatie geïnterviewde projectleiders zeggen dat het programma heeft geleid tot concretere en structurelere samenwerking tussen wetenschappelijke disciplines onderling en tussen verschillende kennisinstituten.
Deze samenwerking heeft al veel waardevolle kennis, innovaties en interventies voor de praktijk opgeleverd. In aansluiting op het programma wordt vanuit de ontstane samenwerking verder ingezet op de verspreiding, implementatie en valorisatie van de kennis en van de ontwikkelde innovaties en interventies.
Het Onderzoeksprogramma Sport heeft bijgedragen aan meer massa in het sportonderzoek. Vanuit de samenwerking tussen verschillende financiers is meer geld beschikbaar gekomen voor sportonderzoek. Het nieuwe Onderzoeksprogramma Sport en Bewegen sluit inhoudelijk aan op de thema’s van de kennisagenda sport en bewegen en de NWA-route sport en bewegen. Dit zorgt voor focus in het sportonderzoek, een van de aanbevelingen die Bureau Bartels doet in de eindevaluatie.