Presteren

Project

Sneller zwemmen door luchtbellen

Wie zwemt of roeit zet zich af tegen het water. Maar elke afzet creëert ook wervelstromen in datzelfde water. Hoe kun je op of over het water gaan en daarbij vooral voorwaartse kracht genereren? De hydrodynamica biedt antwoorden.

Foto: Jos Jansen

Als een zwemmer (of roeier) zich afzet tegen het water, komt niet alleen de zwemmer (of de boot) in beweging, maar onvermijdelijk ook het water zelf. Wat is nu de meest efficiënte afzet? Onderzoeker Peter Beek: ‘Je moet de vermogensverliezen aan het water zo klein mogelijk houden. Met onderzoek kun je de stroming rond een zwemmer in beeld brengen. Bij welke bewegingen is de voorstuwing optimaal?’ Voorheen ging dat bijvoorbeeld door plastic bolletjes in het bad te laten dwarrelen of stukjes nylon aan de zwemmer te bevestigen, vertelt Beek. In InnoSportLab De Tongelreep in Eindhoven laat een speciale installatie luchtbelletjes uit de bodem opstijgen. Door met onderwatercamera’s de beweging van die belletjes te registreren, kun je heel precies de stromingen rond de zwemmer waarnemen.

Basisprincipes bij voortstuwing

Promovendus Josje van Houwelingen van de TU Eindhoven ontwikkelde een algoritme om de bewegingen van de luchtbelletjes om te zetten in een weergave van stromingen rond het lichaam. Op een scherm komen die in verschillende kleuren in beeld. In combinatie met videoregistraties en trackers op bijvoorbeeld badmuts en heup, krijgen zwemmer en coach gerichte feedback over de effectiviteit van de zwembeweging. Daarnaast heeft Van Houwelingen de literatuur over hydrodynamica vertaald naar vijf basisprincipes voor snellere voortstuwing. Beek: ‘Denk aan een zekere vingerspreiding, een rechte doorhaal en hoge versnellingen van arm en hand. Met de coaches is besproken hoe je die basisprincipes kunt toepassen in de dagelijkse trainingspraktijk. Er is erg veel interesse voor dit soort wetenschappelijke kennis uit de hydrodynamica.’

Hub voor zwemwetenschap

Beek en zijn team steken veel werk in de praktische vertaling van de natuurkundige kennis. Maar het is hoe dan ook een zaak van lange adem, benadrukt Beek. ‘De topsport is ongeduldig en rekent met de olympische cycli. Terwijl kennisontwikkeling noodzakelijkerwijs een langzame locomotief is, gezien de complexe materie waarmee we werken – met gelukkig nu en dan een quick win. In De Tongelreep komen deze werelden mooi samen. We willen er hét wereldwijde zwemcentrum van maken, een hub voor de internationale zwemwetenschap, een plek waar iedereen naartoe komt om zich te laten doormeten.’

volgende